Een onderzoek naar narratieve formulering in een geanimeerd stripverhaal   -  13 augustus 2007

 

Elke sprong die je maakt van het ene beeld naar het volgende beeld in strip is een tijdoverbrugging.

De tijd die je overbrugt is bepaald door de manier waarop de beelden in de kaders op elkaar aansluiten.

De ruimte tussen kaders en de ballonnen die gesproken tekst waarborgen zijn van onbepaalde tijd.

De inhoud van het kader en de tekst in de ballon zijn van bepaalde tijd.

En omdat de lezer een definitie kan geven aan beelden en tekst, valt het niet langer op dat de afbeeldingen eigenlijk stil staan in de tijd.

 

In animatie wordt de kijker voortdurend  aangewezen waar hij zich op moet focussen.

 

De kijkrichtingbepalers in film en animatie zijn opstellingen in grafische relaties, ritmische relaties, ruimtelijke relaties en tijdelijke relaties tussen shot A en shot B.

 

"In short, editing together any two shots permits the interaction, through similarity and difference, of  the purely pictorial qualities of those two shots. The four aspects of mise en scene (lightning, setting, costume, and the behaviour of the figures in space and time) and most  cinematographic qualities (photography, framing, and camera mobility) all furnish potential graphic elements. Thus every shot provides possibilities for purely graphic editing, and every cut creates some sort of graphic relationship between two shots"

 (FilmArt an introduction, continuity editing p252)

 

In strip is de focus op de pagina overal.

In strip zijn het verleden en de toekomst meer dan herinneringen en mogelijkheden. Scott McCloud (de auteur van understanding comics en striptekenaar) beschrijft de lezer van een comic als het oog van de wervelstorm

 

Melanie E.A. Frings

- 27 -

meaf1701@gmail.com

<26

inhoudsopgave

28>