Een onderzoek naar narratieve formulering in een geanimeerd stripverhaal   -  13 augustus 2007

 

omdat je het geluid als vanzelfsprekend associeert met het beeld wat je ziet, maar niet vindt dat het klopt bij je verwachtingspatroon.

 

Er bestaat een afstand tussen beeld en geluid, dat alleen opgeheven kan worden door gelijkgestemd begrip en goede timing.

Met gelijkgestemd begrip bedoel ik een miauwende kat en niet een blaffende kanarie.

 

Zolang de beweging die je ziet gelijk is aan het geluid dat je hoort, bestaat er een onlosmakelijk verband.

Welk beeld je dan ziet, of welk geluid je dan hoort, is dan niet meer aan de orde. Wil je echter dat het geluid voor zich spreekt dan neemt het de leiding over van beeld in het verhaal.

http://www.youtube.com/watch?v=lSPnHxYDMPA

De animatiefilm Gerald McBoing-Boing gaat over een jongetje dat niet gewoon kan praten, elke keer als hij wat zegt produceert hij een geluideffect.

 

"There is no narrative vehicle for the explosions except Geralds capability to make  the sound. The noice essentially narrates the scene and determens it's visual possibilities" (Wells P. 1998, 101)

 

In deze film is geluid de leidraad van het verhaal.

Je zou dus kunnen stellen dat de relatie tussen beeld en geluid best losbandig is en dat ze alleen maar met elkaar in verband staan wanneer één van beide afstand doet van zijn eigen identiteit.

Dus het stilstaande beeld moet 'in beweging' komen of het geluid moet omgezet worden in geschreven tekst om een relatie met beeld te vormen. Of het beeld of het geluid moet op zichzelf een begrip zijn.

 

 

Melanie E.A. Frings

- 21 -

meaf1701@gmail.com

<20

inhoudsopgave

22>