omdat je het geluid als vanzelfsprekend associeert met het beeld
wat je ziet, maar niet vindt dat het klopt bij je verwachtingspatroon. Er bestaat een afstand tussen beeld en geluid, dat alleen opgeheven
kan worden door gelijkgestemd begrip en goede timing. Met gelijkgestemd begrip bedoel ik een miauwende kat en niet een
blaffende kanarie. Zolang de beweging die je ziet gelijk is aan het geluid dat je
hoort, bestaat er een onlosmakelijk verband. Welk beeld je dan ziet, of welk geluid je dan hoort, is dan niet
meer aan de orde. Wil je echter dat het geluid voor zich spreekt dan neemt
het de leiding over van beeld in het verhaal. http://www.youtube.com/watch?v=lSPnHxYDMPA De animatiefilm Gerald McBoing-Boing gaat over een jongetje dat
niet gewoon kan praten, elke keer als hij wat zegt produceert hij een
geluideffect. "There is no narrative vehicle for
the explosions except Geralds capability to make the sound. The noice essentially narrates
the scene and determens it's visual possibilities" (Wells P. 1998, 101) In deze film is geluid de leidraad van het verhaal. Je zou dus kunnen stellen dat de relatie tussen beeld en geluid
best losbandig is en dat ze alleen maar met elkaar in verband staan wanneer
één van beide afstand doet van zijn eigen identiteit. Dus het stilstaande beeld moet 'in beweging' komen of het geluid
moet omgezet worden in geschreven tekst om een relatie met beeld te vormen.
Of het beeld of het geluid moet op zichzelf een begrip zijn.
|